open deze pagina in een apart venster
OVER REPRESENTATIE - HOOFDREDACTIONEEL BIJ NUMMER 14
Bo Tarenskeen
Beste lezer, geachte collega,
De vraag naar de ideale representatie is een vraag die politici, historici en kunstenaars met elkaar verbindt. Hoe representeer ik het best de wil van het volk? Hoe beschrijf ik het meest waarheidsgetrouw wat er in het verleden is gebeurd? Hoe, in welke taal en met welk materiaal geef ik als kunstenaar het beste vorm aan mijn beeld van de wereld? Representatie betekent: vertegenwoordigen, weergeven, afbeelden, uitbeelden, beschrijven, uitdrukken en confronteert je dienovereenkomstig met problemen als objectiviteit, waarachtigheid, authenticiteit, volledigheid, echtheid... Wat betekent het de wereld te representeren? Wanneer klopt die representatie? Je hier meer in verdiepen doet je al snel verdrinken in die complexe driehoeksverhouding binnenwereld, taal, buitenwereld. Dit zou de theatermaker bekend in de oren moeten klinken.
Politiek, geschiedenis en kunst hebben dat met elkaar gemeen, dat hun wijze van representeren een heel eigen, ja zelfs autonome logica heeft. De politicus voert niet direct uit wat zijn achterban wil, zijn functie betekent een wezenlijke indirectheid: hij vormt de tussenruimte tussen volk en bestuur (iets wat populisten overigens nog wel eens veinzen te vergeten). De historicus op zijn beurt ziet geschiedenis niet als de absolute waarheid over het verleden, maar als iets dat ontstaat omdat het verteld wordt. In de woorden van historicus Frank Ankersmit: hij vertaalt geen in het verleden zelf gelegen betekenis, maar creëert betekenis in een voorstelling die gezien kan worden als vervanging van een per definitie voorbije werkelijkheid. Het kunstwerk, tenslotte, waarderen we niet omdat het de perfecte representatie zou zijn van datgene waar het naar zou verwijzen, maar omdat het werk zelf een bepaalde werking heeft. Hoe documentair of autobiografisch de toneelvoorstelling ook belooft te zijn, we beoordelen het niet op de waarheidsgetrouwheid. Wat valt er dan nog over representatie te zeggen? Wat betekent het überhaupt, uit te moeten leggen waar een voorstelling over gaat?
Theaterschrift Lucifer fungeert het liefst als een doorlopend gesprek dat twee keer per jaar wordt voortgezet met geschreven artikelen. Dit vanuit de behoefte aan een plek waar gereflecteerd wordt op de eigen en andermans aannames als het gaat over theater maken en beschouwen. Voor dit nummer hebben zich dienovereenkomstig de afgelopen maanden vijftien theatermakers en denkers gebogen over het probleem van representatie in het theater en de kunsten. Negen daarvan beten in het voorjaar in Frascati 3 het spits af tijdens een drie uur durend hardop nadenken. In de hoop zo meer inzicht te krijgen in niet alleen ons werk maar ook in hoe dat werk zich verhoudt tot ons zelf en de wereld, wensen wij u veel plezier met deze veertiende editie van het vernieuwde Theaterschrift Lucifer: over representatie.
Download hier het hele nummer # 14
Beeldmerk en lay-out: Jochum Veenstra en Roos Visser
2 x per jaar een aankondiging ontvangen? Mail naar: theaterschriftlucifer@gmail.com
Als u Theater Schrift Lucifer wilt downloaden, heeft u Acrobat PDF Reader nodig: Download Acrobat Reader
INHOUDSOPGAVE # 14
Theater Schrift Lucifer # 14 / zomer 2013:
De nummers van Theater Schrift Lucifer kunt u zowel integraal als per artikel downloaden. Downloaden en opslaan op uw eigen computer kan via de functie 'opslaan als'. Bij vragen kunt u een e-mail sturen naar: theaterschriftlucifer@gmail.
Download hier integraal:
Download hier per artikel:
Voorstellen (1994)
Regisseur Jan Ritsema zette voor het Kaaitheater ophefmakende producties op als Wittgenstein Incorporated (1989, tekst Peter Verburgt), Kopnaad (1995, tekst Stefan Hertmans), Weak Dance Strong Questions (2001, met Jonathan Burrows) en radicale "voorstelvoorstellingen" als April S.AI.D. (1999, met Sara De Bosschere) en Todayulysses (2002, met Bojana Cvejç). Deze column is eerder verschenen in 1994 en op zijn suggestie opnieuw geplaatst.
Over representatie
Een gedachtewisseling in Frascati 3 tussen negen makers en denkers over representatie en elkaars aannames. Over de sprong naar de dagelijkse werkelijkheid, theepotten, de gaten in de wereld, naturalisme, de rol van verhalen, abstractie, repertoire, het voorstel aan het publiek, het probleem van de taal, de gehaktbal, het nietweten, openheid en hoe te leven als kunstenaar. Met: Fanne Boland, dramaturg en universitair docent Theaterwetenschappen; Merel de Groot, regisseuse en artistiek leider van de Grote beweging; Florian Hellwig, dramaturg bij o.a. Toneelgroep Amsterdam; Paul Knieriem, regisseur bij o.a. Toneelschuur Producties; Phi Nguyen, performer en theatermaker; Remco van Rijn, dramaturg bij o.a. het Nationale Toneel; Floris Solleveld, filosoof/historicus, tekenaar en recensent interdisciplinair; Bo Tarenskeen, toneelschrijver, regisseur en acteur; Willem de Vlam, toneelschrijver en artistiek leider van Opium voor het Volk.
To hold the mirror up to nature?
Aan het begrip "representatie" in het theater kleven volgens Jaïr Stranders fundamentele filosofische problemen. Het hardnekkige
verlangen naar authenticiteit in voorstellingen bij zowel publiek als
theatermakers is toe aan een kritische beschouwing.
Het theater kijkt terug
De Engelse criticus John Ruskin introduceerde in 1856 het begrip 'pathetic fallacy': het toeschrijven van gevoelens, intenties, gedachten en dergelijke aan dingen. Floris Solleveld beschrijft hoe het theater stoelt op zulke projecties - alleen dan met levende objecten.
In De Hoek Gedwongen
Waar staan wij voor, en hoe komen we daarmee weg? De
toneelschrijver Lykele Muus verkent de grens tussen representeren
en liegen aan de hand van een rapper, een demonstrante, een acteur
en een theaterdialoog over Muhammad Ali / Cassius Clay.
Meyerhold - de keizer van de representatie, toneelpionier van niét-net-echt
Hij is niet de eerste. Natuurlijk is hij niet de eerste. Er zijn er meer
in zijn dagen. Mensen die pleiten voor een theater dat niet naar
iets anders moet verwijzen dan naar zichzelf. Toneel dat geen ander
ding zal nastreven dan die ene mens in die ene beweging op die ene
tekst. Toneel dat geen illusie van net-echtheid najaagt, maar wel een
scherp idee heeft over waarachtigheid. Toneelverslaggever van de
Groene Amsterdammer Loek Zonneveld biedt een momentopname.
Eigentijds maniérisme
'Is muziektheater de kunstvorm van de 21e eeuw?' Die retorische vraag stond centraal in een debat rond een aantal voorstellingen op het Holland Festival. Floris Solleveld toetst de verschillende
manieren waarop muziektheater eigentijds probeert te zijn, en stelt
vast dat de makers juist daardoor vervallen in mani‘risme.
Een Franse filosoof gaat naar de kapperÉ
over het politieke in theater
Middels een verkenning van de onbewuste representatie van de
sociale orde in ons alledaagse leven en de kunsten houdt Anne
Breure een pleidooi voor het erkennen van het politieke in theater.
Peter en de Tasmaanse buidelwolf
Na de analyses door bovenstaande artikelen is het tijd voor een
visie, voor een perspectief. Hoe verbeeld je een catastrofe? Volgens
Roos Euwe ontbreekt het ons aan beelden om gebeurtenissen van
catastrofale proporties te bevatten, of zelfs maar ons niet-begrijpen
te begrijpen. Hoe groter en catastrofaler de beelden, hoe eerder de
verbeelding doodslaat.